Onze liefde is voorbij gegaan, heel stilletjes met stapjes achteruit, tot zij uit het zicht verdween. Ik zie een meisje op een fiets aan mijn raam voorbijgaan. Ze heeft één hand op het stuur, in de andere houdt zij een telefoon waarop ze kijkt en niet de wereld in, zoals van haar wordt verlangd. Het is geen daad van verzet, eerder een onvermogen hier te zijn. Veel liever is zij aangeplugd in het schaduwhier, noem het daar, waar geen regen is, geen weer, geen wind, geen jeugdpuistjes, geen lastige vragen. De Belgische Mol kon de stress niet meer aan en verklapte wie hij was door het televisiespel vroegtijdig te verlaten. Niemand had hem in de gaten, tot hij dus vertrok en het spel De Mol geen mol meer had. Een nieuwe mol werd spoorslags aangewezen, maar geen hond zit daar nog op te wachten. Het programma vindt enkel doorgang omdat de deelnemers niet van plan zijn naar huis te gaan. Ik vul mijn dagen met naar buiten staren en kijken naar een van de 200 zenders op mijn tv. Jij denkt dat ik schepen verbrand en nooit weerom kijk. Dat klopt niet: tijdens al dat staren denk ik alleen maar steeds aan jou.