Het bericht kutvogel verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>
Goed, waar waren we gebleven. O ja. Een vogel had op mijn raam gescheten en me mijn uitzicht ontnomen. Ondanks het feit dat het beest ongetwijfeld niet bewust mij mijn levensplezier ontnam en ik wist dat het zinloos was met hem in discussie te gaan, was ik dusdanig getriggerd dat ik voor ik er zelf erg in had alle acht miljoen dekens van me had afgeworpen en al in mijn panterbadjas in de deuropening stond om de vogel die zich zojuist van zijn darminhoud had ontdaan aan te spreken. Het zou kunnen dat ik dit deed op een minder dan neutrale toon. Zoals ik al zei: ik was in getriggerde staat, dus als het je stoort: jammer dan. Het was steenkoud buiten. Er kwamen wolkjes uit mijn mond toen ik het pleurisbeest, dat nog steeds in de dakgoot zat, bless his innocent cotton socks, ongetwijfeld met de resten van zijn misdaad nog in de veren rond zijn poepgat, aansprak op zijn wanstaltige daad, want dat was het, hoe natuurlijk en normaal het dan ook moge zijn.
‘Hé, jij daar, volgevreten mormel! Wat denken we dat we aan het doen zijn?’
De meeuw, want dat was het, zo’n geval met een zwarte kop en kapsones, leek niet in het minst onder de indruk van mijn aanwezigheid.
‘Nou, dat zal ik je vertellen, pleurislijer! Ik heb zonet je raam een beste beurt gegeven! En niet om het een of ander, ik zou dat ‘we’ maar weglaten want we weten allebei dat jij nog liever door een baviaan wordt aangerand dan dat je in het openbaar je toges laat wapperen!’
Ik probeerde te reageren, dit brutale kreng moest eens even goed de waarheid horen, maar de kokmeeuw onderbrak me.
‘…Stil jij, ik was nog niet klaar! Ik wilde er graag nog aan toevoegen dat je niet hoeft te vragen of ik het zelf ga opruimen want waar zie je me voor aan? Heb je ooit een vogel gezien die zijn eigen uitwerpselen opruimt?’
Ik trok mijn mondhoeken naar beneden en mijn wenkbrauwen omhoog en blijkbaar was dit voor die kakelende rat met zijn armetierige vleugels genoeg om aan te nemen dat ik onder de indruk was.
‘Ja ik zie het al, je begint het licht te zien. Dat heeft jouw soort altijd als ik van me laat horen. Zie het als een kakdootje, je mag me bedanken. Geen dank.’
Hij krijste hard en vals, vast om zijn eigen enorm ongrappige grap.
Ik was zo met stomheid geslagen door de volstrekte onbeschaamdheid van het stuk genetisch afval dat niet alleen mijn raam had volgescheten maar me ook nog probeerde te gaslighten dat ik hem dankbaar moest zijn, dat ik alleen maar met mijn hoofd kon schudden. Mijn mond klapperde open en dicht maar er kwam niets uit.
‘Ja, daar ben je stil van he, ouwe muffe modderkop! Geeft niet hoor, ik deed het met liefde. Sayonara!’
En weg was hij, kakelend en al. Ik draaide me om en haastte naar binnen om schoonmaakmiddel en een wc rol te pakken, onderwijl deze over het paard getilde meeuw vervloekend. Beste mensen: vogels, alle vogels als het even kan, maar deze kutvogel in het bijzonder: ze zouden verboden moeten worden.
Het bericht kutvogel verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>Het bericht gewoon verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>Het bericht gewoon verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>Het bericht tot stof verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>Waarom strijden om land dat ons allen toebehoort, doden omdat iemand ’t je beveelt, maar er is niemand die je hoort. Het is windstil.
Het bericht tot stof verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>Het bericht Voorbij het ego verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>Ik scrolde van de week voor het eerst in lange tijd weer door mijn socials en zag de mensen hun werk aanprijzen, hun leven uitbundig delen met de online buitenwereld en ik voelde geen enkel behoefte hetzelfde te doen. Dat is een vreemd gevoel voor een nooit-doorgebroken schrijver die een jaar geleden bijna in een zwart gat belandde vanwege de tegenvallende verkoop van haar nieuwste roman. Wat zeg ik: bijna onverkochte roman. Ik had jaren aan dit boek gewerkt en geen hond had het gekocht. Ik was er kapot van, ook al had ik me voorgenomen geen fuk erom te geven.
Ik had mijn boek ad infinitum geplugd op Facebook en nog was het maar 60 keer verkocht. Door alle enthousiaste reacties van ‘vrienden’ onder mijn berichten over het boek was ik bijna gaan geloven dat het boek zichzelf wel zou verkopen, maar zoals de uitdrukking al zegt: geloof niet alles wat er op social media wordt gezegd. Het boek verkocht niet, wat ik ook deed, hoeveel foto’s, recensies en stukjes uit en over het boek ik ook plaatste. Punt.
Ik had mezelf wijs gemaakt dat ik niet van social media af kon omdat ik het netwerk nodig had om mijn boeken te verkopen. Om een platform te hebben voor alle stukjes die ik schreef. Stukjes die weer konden dienen als douceurtjes tot een nieuw boek verscheen (al schreef ik de meeste stukken toch wel, mijn vingers jeukten altijd), maar de waarheid is dat anderhalve iemand en een paardenkop het boek kocht, ondanks alle gratis stukjes en zelfpromotie.
Het is een veelvoorkomende gedachtengang van (niet wereldberoemde) schrijvers, dat je social media nodig hebt om in zicht te blijven. Gezien worden, in beeld blijven, zodat mensen je boeken lezen. Het is ook de reden dat veel auteurs druk voelen om eens in de x-tijd leuke/jolige/waargebeurde/idiote/ontroerende stukjes of foto’s van zichzelf op een signeersessie met een paar opgewonden fans op Facebook cs te plaatsen. Je moet de mensen warm houden, in beeld, weet je nog, als je niks post zijn ze je vergeten en verkoopt je nieuwe boek niet en heb je het aan jezelf te wijten.
Het is dat cirkeltje waar je maar niet uitkomt, dat zichzelf in stand houdt en dat in mijn geval begon aan te voelen als een gevangenis. Je moet online aanwezig zijn, jezelf ‘verkopen’ om je schrijfkunsten te kunnen verkopen, iets wat voor mij helemaal niet natuurlijk aanvoelde, me behoorlijk veel moeite kostte, en als dan ook nog aantoonbaar is dat a niet tot b leidt -wie hou ik dan voor de gek? Waarom ben ik dan nog online aanwezig? Ik had geen excuus meer.
Ik was er klaar mee en dus stopte ik met social media. Als ik online aanwezig was om gezien te worden, zogenaamd om mijn boeken te verkopen, maar die verkochten niet… dan moest het maar eens afgelopen zijn. En ja, ik moest ook afkicken van al die egoboostertjes die likes en hartjes in feite zijn, maar die sneller vervliegen dan een lurk van een lachgasballon en die heel hol resoneren in de wereld van vlees en bloed. Steeds meer, sneller, vaker, heb je er ook van nodig om je gezien te voelen, je ego te voeden en als de stroom opdroogt voelt het of dat ego krimpt. Ongezien en onbemind, want niet geliked of geloved. Wat een absolute armoede.
En nu, acht maanden later, zwengelde ik de socials weer aan en ontdekte ik dat ik de onophoudende stroom berichten me niet echt meer kon bekoren. Ik had sommige mensen gemist, dat wel, maar het gros van wat ik las voelde sleets en monotoon aan. Groundhog Day, man. Best een rare gewaarwording als je tot acht maanden ervoor elke dag minimaal een uur van je dag doorbracht met het lezen van de wederwaardigheden van anderen. En, nog raarder: Ik voelde zoals gezegd geen enkele behoefte ook over mijn dag, wandeling, vakantie, ritje met de bus, lees- en schrijfervaringen, seksleven of kinderen te schrijven. Het afgelopen half jaar heb ik wel geschreven aan een manuscript en er kwamen ook wat verhalen en blogs uit mijn vingers, maar slechts enkelen daarvan vonden hun weg naar mijn website. Ik had geen idee wie daar kwam, en wie wat las, wat wel een beetje kaal en vreemd aanvoelde in het begin. Ik voelde me als een vleermuis die signalen uitzond maar niet wist of deze werden opgepikt. Er kwam geen echo terug. In eerste instantie was het een wat beangstigend en eenzaam gevoel, maar gaandeweg ging die onzekerheid over in een verrukkelijk ontnuchterende en in ultimo rustgevende ervaring. Het maakte me niet echt meer uit wie me las. Of ik gelezen werd. Ik bestond toch wel. Ik hoefde maar naar de spiegel te lopen om mezelf te zien, daar had ik geen anderen voor nodig. Ik had ook niet de bevestiging van anderen meer nodig; ik maak zelf wel uit of iets wat ik schrijf, componeer of maak de moeite waard is. Natuurlijk, met deze nieuwe houding, met dit minimalistische ego, verkoop ik geen enkel boek, maar dat verkoop ik ook niet met een ego dat afhankelijk is van de goedkeuring en lof en duimpjes van anderen.
Nu nog afwachten hoe die magere naaktlopert in mij zich houdt als het manuscript af is. Als het riedeltje dan weer van voor af aan begint dan moet u bovenstaande maar als een poging zien mezelf te overtuigen en mijn gebazel afdoen als veel geblaat en weinig wol.
Het bericht Voorbij het ego verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>Het bericht zwaartekracht verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>steeds zwaarder, dat niets meer vanzelf lijkt te gaan, is zoals het was.
Je bent bang dat de zwaartekracht het van je winnen zal
Dat je huis niet stevig blijkt maar vol gaten en kieren waar de wind je omver door zal blazen dat je kou vat en je ziekelijk maakt. Je aan bed gekluisterd raakt en de wereld elke dag opnieuw zonder jou zal draaien.
Dat je huis niet stevig is en toch als een gevangenis voelen zal, krakende piepende planken en verduisterde ramen die het zonlicht bij je weghouden en het geluid en de aanraking van de mensen die je liefhad smoort.
Laat de tijd geen vat hebben op mijn vermogen lief te hebben denk je. Op mijn vermogen te worden gezien voor de mens die ik was en nog altijd ben. Laat me niet verdwijnen in een schaduw van mezelf, in een negatief van het beeld dat men van me had.
Laat het smeer tussen mijn botten er voor altijd zijn, bid je vurig. Je bent bereid je ouderdom te dragen zolang er maar beweging in je blijft.
Het bericht zwaartekracht verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>Het bericht anatomy of een akelig mannetje verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>
Deze man wordt beschuldigd van verkrachting door zijn voormalige minnares. Hun beider verhaal van het voorval begint hetzelfde: er werd gezoend in een lift. Met wederzijdse instemming. Daarna komt het verhaal van de twee sporen: de ene zegt dat het tegen haar zin was, het was ineens ruig, haar blouse werd losgescheurd, er wrd een beet in haar borst gezet, en de ander zegt dat hij nooit iets zou doen dat een vrouw niet zou willen en dat hij haar bevriezen niet heeft opgemerkt. Er werd gepenetreerd. Wat als wederzijds seks begon eindigde in verkrachting. Hij had niet naar haar geluisterd. Niet de signalen opgepikt. Was te gefocust op zijn eigen frustraties kwijtneuken dat hij haar uit het oog was verloren, vergeten. Hij snapt niet hoe zij hem van zoiets onbeschrijfelijk gruwelijks als verkrachting kan beschuldigen. Zijn carrière staat op het spel, zijn reputatie. Bovendien, ik zei het al: een man als hij doet zoiets niet. Nooit. Het moet wel rancune, wraak zijn omdat hij het eerder heeft uitgemaakt.
En dan blijkt er in het verleden een voorval volgens akelig eendere lijnen te hebben plaatsgevonden. Het moment dat de man, briljant gespeeld door de acteur die ook Peter Quinn in Homeland speelde, de symmetrie ziet, het patroon, door heeft dat de manier hoe hij de wereld aanschouwt misschien onderdeel is van een probleem, dat HIJ misschien wel het probleem is, dit moment is werkelijk episch. Hij is het ook snel weer kwijt, die nanoseconde van zelfreflectie, alles is met een paar keer knipperen natuurlijk weer terug bij het oude -weggespindoctord, onder kleden geveegd, zoals dat gaat met die invloedrijke mensen aan de top. Maar dat terzijde, althans voor dit verhaal. Dat moment, die schok, die paniek: je ziet het allemaal op zijn gezicht. Je voelt het in je eigen lijf. Meesterlijk verbeeld vond ik het.
Het was voor mij ook een bliksemschichtmoment. Het kan écht, dacht ik toen, het kan écht dat iemand zó geprivilegieerd is opgegroeid en zo beschut en afgeschermd van de emoties en belevingswereld van andere, minder gefortuneerden heeft geleefd, dat hij of misschien ook zij écht niet in kan zien dat zijn acties, handelingen en woorden niet zo worden ontvangen als dat hij ze bedoelde. Of misschien dat hij of misschien zij nooit heeft hoeven stilstaan, en zodoende nooit stilstaat, bij een ander, dat die ander slechts een gebruiksvoorwerp voor hem is, in dienst van zijn voortgang, behoeftes, wensen. Dat iemand een door hem geïnitieerde handeling misschien als aanranding of verkrachting ziet, terwijl hij zeker weet dat het met wederzijdse instemming was, ze zoende hem immers een paar minuten eerder toch?, is voor hem niet te bevatten. Het past niet in zijn belevingswereld.
Curieus. Zo weinig empathie en toch bovenaan de ladder van de macht. Macht over de mensen die jij niet begrijpt of geen geduld voor hebt of niet begrijpen wilt. Verbaasd ben ik niet, ik ben wat belegen maar leef niet helemaal onder een steen. Het laddertje dat voorrecht heet, de veilige hoge toren en de volledige disconnectie van mensen waarover jij je zou moeten ontfermen is zo oud als de wereld natuurlijk en is hier in deze serie meesterlijk uitgebeeld.
Het bericht anatomy of een akelig mannetje verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>Het bericht Gerrit verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>
Er zat een brief in de brievenbus onder iets van de belastingsdienst en blijkbaar leert een mens ergens in zijn leven een brief met een randje te herkennen als aankondiger van een verscheiden.
Op een zondagochtend ging hij, las ik toen ik de envelop had opengemaakt en zag dat het om iemand ging waar ik al sinds mijn veertiende van houd. Mijn allerliefste leraar wiskunde, met zijn zware stem, zijn brede zwemschouders. Zijn Vrije Schoolse neigingen.
Dag lieve Gerrit, dag Olympiër, dag man die altijd in mij geloofde, vooral als ik dat zelf niet deed.
Het bericht Gerrit verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>Het bericht verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>Gisteravond kwamen ze dan toch. Langverwacht, maar elke keer als ik ze had voelen branden, waren ze ook weer opgelost. Nu vloeiden ze rijkelijk over mijn wangen. Mijn strot deed pijn, alsof er gruis in vastzat. Tranen.
Zoveel tranen en pijn, om oorlog, om leed van mensen die ik niet ken en nooit zal leren kennen omdat ik hier woon en zij daar. Omdat ik in een warm bed dit schrijf en zij in een donkere schuilkelder zitten of zijn verdwenen, onder puin, op een trein gezet of omdat ze dood in een massagraf liggen met vastgebonden polsen. Ik huil om de mensen die studeerden, systemen beheerden voor een gemeente ergens, brood bakten in een bakkerij in een afgelegen oord en nu al acht maanden met een kalasjnikov in de handen in de overleefstand staan. Ver van school, huis, haard, computer, oven en de warme omhelzing van een geliefde.
Ik huil om de mensen die deze mensen moeten missen, om de kinderen die niet naar school kunnen omdat hun scholen zijn verwoest en hun leerkrachten vermoord, verdwenen, gedeporteerd. Ik huil om de vrouwen, de jongens, de meisjes, de bejaarden, de baby’s die worden mishandeld, verkracht, om de dieren die geen veilig thuis meer hebben omdat hun baasjes zijn gevlucht en nu de puinhopen afstruinen op zoek naar eten en een warme mand. Ik huil om de kou die weldra komt en alles zoveel erger maakt.
Ik huil ook om de jongens die naar een oorlog zijn gestuurd die ze geen oorlog mogen noemen, maar waar ze desondanks bij bosjes sterven en als ze niet sterven worden ze gek van de realiteit, van de drank en de drugs en de stank. Van de dood die overal is en van de angst, van de dingen die ze zien en met hun zogenaamde broeders en zusters moeten doen. Zo van achter je playstation een ‘militaire operatie’ in.
Ik huil uit onmacht om zoveel zinloosheid. Uit woede om de waanzin van die eenling die daar in Moskou zetelt op zijn keizerlijke troon en al die vazallen die hem niet stoppen uit angst uit een raam te vallen of tegen een beker gif aan te lopen. Ik huil om ons, de mensheid, een jij, een ik en alle anderen, om ons onvermogen boven ons ego uit te stijgen, om die perfide behoefte aan macht die ons telkens weer in haar klauwen lijkt te hebben.
Hoeveel vierkante meters land heeft een mens nodig, hoeveel mensen moeten er sterven eer iemands leegte is gevuld.
Wanneer is het genoeg, jij oneindig opgeblazen kikker die maar niet knappen wil.
Ik aai de kat over haar dikke vacht. Keer op keer op keer, ik aai en aai en aai. En huil
Het bericht verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>Het bericht heel oud: een handige, onvolledige checklist verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>Het bericht heel oud: een handige, onvolledige checklist verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>Het bericht De miskende schrijver verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>
Met groot misbaar gooide Gerben zijn telefoon van zich af. Hij zou vandaag niets meer lezen. Morgen ook niet. Nooit meer zou hij een recensie lezen van iets dat hij had geschreven en waar hij zoveel uren op had zitten zwoegen. Waar hij als een aap in een pak voor had moeten stilzitten zodat de fotograaf een ‘leuk plaatje’ voor de achterkant kon schieten. En dan die godvergeten weken pingpongen met die slavendrijvende redacteur. Die mierenneukende gek die zijn eigen mislukte schrijversambities nu omgekeerd op Gerben projecteerde. Die dacht dat omdat Gerben, anders dan hijzelf, het talent had hij ook over de discipline van een orca in Sea World moest beschikken. Gerben had meer dan twee jaar van zijn leven aan deze fucking roman gegeven. Het boek dat hij inmiddels was gaan haten, maar dat betekende niet dat zo’n lul van een recensent het mocht afserveren met een paar lukraak gekozen bijvoeglijke naamwoorden, het met een hoopje bijwoorden van twee sterren kon voorzien. Twéé! Die hond had alleen maar ingezoomd op het mogelijke autobiografische karakter van zijn meesterwerk en had de boodschap ervan totaal gemist. Die …Die…nou ja, die lul, die lul had waarschijnlijk het boek niet eens uitgelezen. Zo ging dat tegenwoordig. Iedereen had tegenwoordig een mening zonder kennis van zaken te hebben. Zonder zich voor te bereiden, in te lezen. Onderzoek te doen. En deze überlul kreeg er nog voor betaald ook. En dan die obsessie met het ‘persoonlijke element’. Zo had die debiel het genoemd, hè. Het ‘persoonlijke element’ van de roman van Gerben Duinker. Die was volgens deze volgevreten nietsnut niet voldoende uitgewerkt. Waarom nam die ijdele pauw aan dat er iets van een persoonlijk element in het boek zat? Alleen omdat de hoofdperoon ook Gerben heette? Zo kortzichtig allemaal. En wat stond er nou helemaal in die zogenaamde recensie die waarschijnlijk in tien minuten was ingetikt en waarvoor die lul ook nog betaald kreeg? Een berg woorden, een brij nietszeggende poep en dan het werk afserveren met een onvoldoende.
‘Joh, laat het toch. Wees blij DAT je überhaupt bent gerecenseerd. Met 2 sterren denken de lezers dat ze het wel moeten lezen om erachter te komen waarom Onno het zo slecht vond. Niemand neemt die gast serieus.’
Dit was de eerste reactie op de rant die hij net op Facebook had geplaatst over de tweesterrenbagger van de mislukte recensent. Gerben kon de verdere reacties op zijn frustratiepost al uittekenen. Dat zo’n recensie niks voorstelde. Dat hij zijn energie beter kon steken in schrijven in plaats van fulmineren. Dat hij zich niet in zijn kaarten moest laten kijken. Blablabla. Wat was er mis met boosheid godverdomme? Waarom moest een mens altijd maar positief en gezellig zijn? Hij was blij dat hij geen vrouw was. Van vrouwen werd altijd verwacht dat ze niet tegen de stroom inzwommen. Dat ze altijd maar gezellig meededen. Niet afweken van de norm, die heel wat strakker lag dan voor mannen. Althans, dat had zijn vriendin hem verteld. Zij was eigenlijk altijd negatief en boos en daarom brak ze niet door in de literaire wereld, zei ze. Nou, hij was nu ook negatief en boos en dat was de schuld van deze Onno. Die kon de tering krijgen.
Gerben was helemaal klaar met schrijven.
Hij vertikte het. Hij zou nooit meer een boek publiceren. Het was paarlen voor de zwijnen en dat was het. Hij keek naar de klok. Kon hij om 9.00 uur s ochtends al de fles whisky uit de kast trekken? Ja, natuurlijk kon hij dat. Hij was een schrijver die nooit meer schreef en dat verdiende een godverdomde borrel. Hij moest zwelgen in zijn ondergang. Hij schonk zijn glas vol en toostte naar de fles. ‘Op jou, Onno, dat je maar een nare ontsteking aan je prostaat mag oplopen!’
Het bericht De miskende schrijver verscheen eerst op Bronja Prazdny.
]]>