Ik voel een groot verwantschap met die rat uit de film Ratatouille. Een aardbei links en een stuk kaas rechts, het beest weet de smaken aan elkaar te knopen in zijn hoofd. Proeft voor in zijn hersenen, voelt hoe texturen zich mengen op zijn tong zonder te eten. Ik kan dat en het is een groot voorrecht om in staat te zijn te ervaren dat de som der smaken soms meer is dan 1 plus 1.
Ik voel ook een groot verwantschap met Jean-Baptiste Grenouille. Zijn neus weet moeiteloos geuren uit elkaar te trekken in losse componenten, tot de allersimpelste stof. De meisjesmoordenaar op zoek naar het perfecte parfum, de gebochelde die werd geboren op een berg vis onder een marktstal, geuren lieten hem leven in een donkere grot en surfen op golven van lust en genot. Mijn neus heeft mij liefde laten ervaren en braakneigingen gegeven. Mijn neus is nooit stil en teruggetrokken, opererend op de achtergrond. Mijn neus is luid en cholerisch en lives a life of its own.
Deze neus, mijn neus, viert geen vakantie dit jaar: straten vol dampend asfalt, zwetende lijven en verhitte hoofden met plakkerige haren, en broeiende kruizen zorgen voor een continue toevoer pep. Een zomer vol hitte en hormonen, zompige oksels vol verbloemende deodorant in honderden geuren, sommigen oksels juist onverbloemd en overdonderend en genadeloos, gelukkig ook bloemen en gras en de ziltigheid van de zee, helaas ook natte honden en oude mensen en rotte schelpdieren en smoezelige kinderknuistjes die ruiken naar muffe aarde en ijzerpillen en zaken die een mens nou eenmaal liever niet benoemt. Ze houden mijn neus in constante staat van alertheid. No rest for the wicked, maar mijn neus is zo moe. Mijn neus is aan vakantie toe.